Masterdata
Masterdata is een term die wordt gebruikt om te verwijzen naar de belangrijke gegevens die worden gebruikt om de belangrijkste entiteiten in de systemen en processen van een organisatie te identificeren en te beschrijven. Het zijn de gegevens die worden gebruikt om de belangrijkste entiteiten binnen een organisatie uniek te identificeren en te beschrijven, zoals producten, klanten, leveranciers en werknemers. Hierbij is het doel om deze gegevens op één plek te beheren ook wel de SPOT (single point of truth) genaamd.
Een single point of truth is een enkele, centrale bron van informatie waarbij alle andere bronnen van informatie gevalideerd of geverifieerd moeten worden. Dit betekent dat deze bron de autoriteit is op het gebied waarover hij informatie biedt en dat andere bronnen van informatie moeten aansluiten bij deze enkele bron van waarheid. Het doel hiervan is om ervoor te zorgen dat alle informatie consistent, accuraat en up-to-date is, zodat er geen verwarring of onduidelijkheid is. Een single point of truth wordt vaak gebruikt in organisaties om ervoor te zorgen dat alle afdelingen en medewerkers dezelfde, juiste informatie gebruiken.
Voorbeelden van masterdata:
- Klantgegevens (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres)
- Productgegevens (naam, beschrijving, prijs, voorraadniveau)
- Personeelsgegevens (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, functie)
- Leveranciersgegevens (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, leveringsvoorwaarden)
- Financiële gegevens (rekeningnummers, bankgegevens, creditcardgegevens)
- Locatiegegevens (adres, telefoonnummer, e-mailadres, openingstijden)
- Marketinggegevens (klantprofielen, doelgroepen, campagneresultaten)
Masterdata wordt doorgaans beheerd in een centraal archief of database en wordt gebruikt door verschillende systemen en processen binnen een organisatie om de consistentie en nauwkeurigheid van informatie te garanderen.
Meta data
Meta data is informatie die verwijst naar andere data. Het kan gebruikt worden om de betekenis, context en structuur van de data te verduidelijken. Meta data is dus geen data op zich, maar geeft informatie over de data. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om aan te geven wat voor soort data het is, wie de data heeft aangemaakt, wanneer de data is aangemaakt en welke relatie de data heeft met andere data. Meta data kan zowel gestructureerd als ongestructureerd zijn en kan opgeslagen worden in aparte meta data-repositories of samen met de data waarover het informatie geeft. Meta data is belangrijk omdat het kan helpen om de betekenis en waarde van de data te begrijpen en om de data efficiënter te kunnen beheren en gebruiken.
Voorbeelden van meta data
- Auteur: de naam van de persoon die een document heeft geschreven
- Datum: de datum waarop een document is gecreëerd of gewijzigd
- Bestandsformaat: het formaat van een bestand (bijvoorbeeld Word, PDF, Excel)
- Trefwoorden: woorden of zinnen die gebruikt kunnen worden om een document te vinden
- Toegangsniveaus: welke gebruikers toegang hebben tot een document en wat ze kunnen doen (bijvoorbeeld lezen, bewerken, verwijderen)
- Versie: het versienummer van een document (om te laten zien wanneer het is gewijzigd en welke wijzigingen er zijn aangebracht)
- Bron: de oorspronkelijke bron van een document (bijvoorbeeld een website, een boek, een persoon)
Meta data is informatie over andere data, zoals de betekenis, context en structuur van de data. Masterdata is de belangrijkste en meest gebruikte data binnen een organisatie, zoals product- en klantgegevens. Het verschil tussen meta data en masterdata is dus dat meta data informatie geeft over andere data, terwijl masterdata de belangrijkste en meest gebruikte data binnen een organisatie is.
Referentie data
Voorbeelden van referentie data
- Landcodes: bijvoorbeeld de ISO-codes voor landen, zoals NL voor Nederland en BE voor België.
- Taalcodes: bijvoorbeeld de ISO-codes voor talen, zoals nl voor Nederlands en en voor Engels.
- Valutacodes: bijvoorbeeld de ISO-codes voor valuta’s, zoals EUR voor de euro en USD voor de Amerikaanse dollar.
- Productcodes: bijvoorbeeld unieke codes voor producten, zoals EAN-codes of UPC-codes.
- Tijdzones: bijvoorbeeld de IANA-tijdzones, zoals Europe/Amsterdam of America/New_York.
- Lidstaten van de EU: bijvoorbeeld de lidstaten van de Europese Unie, zoals Nederland, Duitsland en Frankrijk.
- Kredietkaarten: bijvoorbeeld de codes voor verschillende soorten kredietkaarten, zoals Visa, Mastercard en American Express.
- Autokentekens: bijvoorbeeld de kentekens van voertuigen, zoals NL-12-34-567 voor een Nederlands voertuig.
Transactie data
Transactie data is data die verwijst naar een bepaalde transactie of handeling. Het kan bijvoorbeeld gaan om de gegevens van een aankoop, een verkoop, een betaling of een andere soort handeling. Transactie data bevat vaak informatie over wie de transactie heeft uitgevoerd, wat er is gekocht of verkocht, wanneer de transactie heeft plaatsgevonden en hoe de transactie is betaald. Transactie data is vaak gestructureerd en kan opgeslagen worden in een database of een ander systeem. Transactie data is belangrijk omdat het kan helpen om informatie te verzamelen over het gedrag van klanten of gebruikers en om deze informatie te gebruiken voor bijvoorbeeld analyses of rapportages. Het kan ook gebruikt worden om de voortgang van bepaalde processen te volgen of om fouten te detecteren en te corrigeren.
Voorbeelden van transactie data
- Aankoopgeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wat iemand heeft aangekocht, wanneer, waar en voor hoeveel.
- Verkoopgeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wat iemand heeft verkocht, wanneer, aan wie en voor hoeveel.
- Betalingsgeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wanneer en hoe iemand heeft betaald, welke betaalmethode is gebruikt en of de betaling is gedaan of mislukt.
- Login-geschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wanneer iemand is ingelogd, vanaf welk apparaat en hoe lang iemand ingelogd is gebleven.
- Aanvraaggeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wat iemand heeft aangevraagd, wanneer, waarvoor en hoe de aanvraag is verwerkt.
- Verzoekgeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wat iemand heeft verzocht, wanneer, aan wie en hoe het verzoek is afgehandeld.
- Bewerkinggeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over wat iemand heeft bewerkt, wanneer, hoe en waarom.
- Transactiegeschiedenis: bijvoorbeeld informatie over alle transacties die iemand heeft gedaan, waaronder aankopen, verkopen, betalingen en andere handelingen.
Referentie data is data die gebruikt wordt als standaard of benchmark voor andere data. Transactie data is data die betrekking heeft op een specifieke transactie of handeling. Het verschil tussen referentie data en transactie data is dus dat referentie data gebruikt wordt als standaard voor andere data, terwijl transactie data betrekking heeft op specifieke transacties of handelingen.